Werkkapitaal is het kapitaal dat bedrijven nodig hebben om aan hun dagelijkse financiële verplichtingen te voldoen. Denk aan het betalen van leveranciers, uitkeren van salarissen, verrichten van onderhoud en het aanvullen van voorraden. In economische termen: werkkapitaal is het verschil tussen de vlottende activa (zoals voorraden, debiteuren en liquide middelen) en de vlottende passiva (zoals crediteuren en andere kortlopende schulden).
Werkkapitaalbeheer is het continu zoeken naar een balans tussen reductie van werkkapitaal en het verbeteren van de cashflow.
Bedrijven die onvoldoende werkkapitaal hebben, krijgen problemen met hun dagelijkse uitgaven. Wanneer u een tekort heeft aan werkkapitaal, kunt u bijvoorbeeld niet meer aan uw rekeningen voldoen.
Werkkapitaal is namelijk geld dat u niets oplevert. Het staat niet op de bank, zodat u er geen rente over ontvangt en u kunt het ook niet investeren in groei. Werkkapitaal ‘kost’ daarmee geld. Zeker in beursgenoteerde bedrijven eisen aandeelhouders dat u zoveel mogelijk ‘cash’ vrijmaakt, zodat u dit bijvoorbeeld kunt uitkeren als dividend.
Bedrijven hebben ‘cash’ nodig om aan hun verplichtingen te voldoen. Maar te veel geld in de kas is ook niet goed. Te veel werkkapitaal betekent dat te veel verborgen kapitaal vastzit in zaken als voorraden, debiteuren en onderhanden werk.
Bij werkkapitaal zijn er drie factoren van belang: debiteuren, voorraden en crediteuren.
Wie zijn werkkapitaalpositie wil veranderen, moet aan één van deze drie knoppen draaien: debiteuren, voorraad, crediteuren.
Debiteuren:
Door debiteuren sneller te laten betalen, komt er sneller geld binnen. U kunt dit op verschillende manieren doen:
Voorraad:
Het beter afstemmen van voorraden op de behoefte van de markt leidt ook tot een betere werkkapitaalpositie.
Crediteuren:
Door leveranciers later te betalen, houden bedrijven hun geld langer bij zich, waardoor het werkkapitaal toeneemt.
Pas op: uw bedrijf kan in een negatieve spiraal terecht komen door het ene gat met het andere te dichten. Ook is dit niet bevorderlijk voor de relatie met uw leverancier en tevens leidt dit tot een negatief kredietadvies.
Sturen op cashflow is een belangrijk instrument om het werkkapitaal te optimaliseren. Bedrijven die sturen op cashflow kunnen goed inschatten hoe hun toekomstige inkomstenstroom zich ontwikkelt. Zij voeren onder meer een proactief debiteurenbeheer gericht op een zo snel mogelijke betaling. Ze weten precies wanneer een betaling binnenkomt. Maar ze weten ook wanneer ze hun eigen leveranciers betalen. Op die manier kunnen deze bedrijven hun cashflowpositie van dag tot dag voorspellen.
Lees hier hoe u uw werkkapitaal kunt verbeteren.
U kunt uw werkkapitaal berekenen door de netto-werkkapitaalratio te gebruiken. De netto-werkkapitaalratio is de verhouding tussen het netto-werkkapitaal en het kort vreemd vermogen, oftewel de kortlopende schulden. Als in de loop van de tijd de netto-werkkapitaalratio toeneemt, wijst dit op een verbetering van de liquiditeit.
Netto werkkapitaal = vlottende activa – vlottende passiva