Er zijn een aantal belangrijke punten van de procedure. Allereerst kan - kort gezegd - door middel van een standaardformulier een verzoek worden ingediend bij de voorzieningenrechter van de rechtbank. Voorwaarde is dat de schuldeiser - zoals in Nederland reeds gebruikelijk - al een rechterlijke beslissing heeft gekregen of er een gerechtelijke procedure loopt of gaat starten. Daarnaast is het niet verplicht om te worden vertegenwoordigd door een advocaat.
De verordening kent echter nog een voorwaarde die in Nederland niet gebruikelijk is voor het leggen van bankbeslag. De schuldeiser dient namelijk de rechter ervan te overtuigen dat er dringende behoefte bestaat aan het beslagbevel, gelet op het reële risico dat de latere inning van de vordering van de schuldeiser op de schuldenaar zonder dit beslagbevel wordt bemoeilijkt of onmogelijk wordt gemaakt. In Nederland kennen we deze eis bij onder andere het leggen van beslag op (on)roerende zaken, aandelen op naam en rechten aan toonder.
Indien er conservatoir beslag gelegd wordt en de schuldeiser dus nog geen rechterlijke beslissing over zijn vordering heeft verkregen, moet de schuldeiser allereerst voldoende bewijsmateriaal geven om de rechtbank ervan te overtuigen dat zijn vordering waarschijnlijk gegrond wordt verklaard.
Daarnaast moet de schuldeiser (financiële) zekerheid stellen, voor een bedrag dat volstaat om misbruik van de procedure te voorkomen. De rechter mag hiervan alleen afwijken als deze het stellen van zekerheid ongepast vindt. Hoe deze zekerheid moet worden gesteld, is afhankelijk van het nationale recht. In Nederland kan dus bijvoorbeeld zekerheid worden gesteld in de vorm van een borgsom of een bankgarantie. De rechtbank maakt een inschatting van de mogelijke schade die een schuldenaar kan oplopen door het beslag en voor dat bedrag dient dan zekerheid te worden gegeven.
Als het beslagbevel is gekregen, dan moet het nog tot uitvoering worden gebracht. Dit gebeurt volgens de procedures die gelden in de lidstaat waar er uitvoering aan wordt gegeven. Bankiert de schuldenaar in Duitsland of Frankrijk, dan dient de schuldeiser het bankbeslagbevel – net als in Nederland – te laten betekenen door een deurwaarder. In Engeland dient het bankbeslagbevel ook te worden betekend, maar is er geen bijzondere functionaris belast met de betekening van de beslagstukken.