Hoewel zorgfraude in Nederland al jaren aantoonbaar een groot probleem vormt, zijn er nog maar weinig gemeenten die structureel en effectief aan de slag zijn met het bestrijden ervan. Dat terwijl de daarvoor benodigde middelen inmiddels gewoon beschikbaar zijn. Waarom zijn gemeenten desondanks huiverig om hun tanden in het dossier zorgfraude te zetten, en hoe zou een voortvarend beleid op dat gebied eruit zien?
In mijn vorige blog over het onderwerp zorgfraude ben ik al kort ingegaan op de alarmerende cijfers van de afgelopen jaren. Fraudeurs in de zorg veroorzaken al jaren achtereen schadeposten van naar schatting tientallen miljoenen euro’s. Belastinggeld dat in de zakken verdwijnt van malafide zorgbureaus die, als de fraude eenmaal aan het licht komt, met de noorderzon vertrekken en een faillissement achterlaten. Van een kale kip kun je niet plukken, dus dat gemeenschapsgeld is weg.