Elke onderneming kan de drempelwaarden van de parameters - of checkpoints - vooraf zelf bepalen. Het maakt dat het beslismodel in staat is om beslissingen te nemen die helemaal aansluiten bij de vooropgestelde risicobereidheid van een onderneming. Wie op veilig wenst te spelen, kiest voor striktere parameters dan een onderneming die koste wat kost wil groeien en bereid is om iets meer risico te nemen.
Het beslismodel zal telkens een aanbeveling formuleren op basis van die risk-appetite, oftewel risicobereidheid. Voldoet een klant of prospect aan alle vooropgestelde voorwaarden, dan zal het deze onderneming positief beoordelen. Deze (mogelijke) zakenpartner heeft de test doorstaan en scoort in dat geval goed op alle checkpoints. Het bedrijf kan dan geaccepteerd worden. Is dat niet het geval, dan zijn er twee mogelijkheden:
- Ofwel wordt de klant of prospect resoluut afgewezen.
- Ofwel wordt de klant of prospect doorverwezen. Mogelijk is er dan bijkomend onderzoek nodig en ligt de finale beslissing bij de verantwoordelijke.
Beslismodellen maken het ook gemakkelijker om de procedure rond klantacceptatie te evalueren en optimaliseren. Het is immers interessant om na een bepaalde periode de afgewezen klanten en prospects eens goed te bestuderen. Wat is er ondertussen gebeurt met die afgewezen zakenrelaties? Zijn ze
failliet, dan was die afwijzing terecht en staat het beslismodel goed afgesteld. Is dat niet het geval, dan kunnen de checkpoints opnieuw bekeken worden.